Kakiemon-stijl olifant, Japan, Edo-periode, porselein, bovenglazuur emailles ©Porzellansammlung, Staatliche Kunstsammlungen Dresden, foto: Adrian Sauer.

De kerncollectie Oost-Aziatisch porselein uit de Porzellansammlung (Staatliche Kunstsammlungen Dresden) zoals we die vandaag de dag kennen (afb. 1), komt voort uit de legendarische voormalige achttiende-eeuwse koninklijke collectie.

De toenmalige keurvorst van Saksen (1696-1733) en koning van Polen (1697-1706 en 1709-1733), Augustus de Sterke (1670-1733) (afb. 2), staat wellicht het meest bekend om zijn onverzadigbare zucht naar porselein. Zelf omschreef hij deze passie eens als een bijzonder hardnekkige en ongeneeslijke aandoening, de zogeheten ‘maladie de porcelaine’. Niet alleen het verlangen van de koning naar het felbegeerde goed uit Oost-Azië, maar vooral ook zijn grote economische belangen zorgden ervoor dat Saksen de geboorteplaats werd van het Europese porselein. In 1710 werd de koninklijke fabriek officieel geopend in het stadje Meissen, vijftien mijl stroomopwaarts van de Saksische hoofdstad Dresden gelegen. 

Al in de vroege achttiende eeuw werd de collectie Chinees en Japans porselein van Augustus de Sterke beschouwd als de grootste in Europa. Om de best beschikbare stukken in deze regio te kunnen aankopen wendde hij niet alleen zijn politieke invloed aan, maar ook enorme financieringsbronnen: tussen circa     1715 en tenminste tot 1727 – in minder dan achttien jaar tijd - verzamelde de keurvorst-koning ongeveer 25.000 stukken Oost-Aziatisch porselein. Augustus de Sterke verwierf geen enkele stukken of kleine verzamelingen, maar gaf de voorkeur aan complete collecties, die hij kocht van uiteenlopende bronnen, zoals enkele van zijn ministers, verschillende handelaren, de Poolse Voivode Chemetowski en zelfs van zijn voormalige minnares gravin Teschen. Uiteindelijk bestond zijn indrukwekkende collectie uit meer dan 29.000 objecten. Het merendeel van deze stukken dateert uit de late zeventiende en vroege achttiende eeuw en zijn voornamelijk contemporaine objecten, zoals Chinees Kangxi- (afb. 3-4) en Japans Imari- (afb. 5) en Kakiemon-porselein (afb. 6). 

In 1717 kocht August de Sterke het Holländische of Hollandse Paleis, gelegen in Dresden aan de oever van de Elbe, om zijn uitgebreide schatten Oost-Aziatisch porselein en vooral ook zijn eigen Meissen-porselein tentoon te stellen. Bij een in de jaren 1720 uitstekend uitgevoerde registratie zijn alle tentoongestelde stukken gedocumenteerd. Hierbij zijn inventarisnummers en versleutelde tekst- de zogeheten paleisnummers- geschreven op of gegraveerd in het porselein (afb. 7). Tot op de dag van vandaag zorgt deze registratiemethode ervoor dat de meeste overgebleven stukken uit de Porzellansammlung terug zijn te vinden in de inventaris. De inventaris is daarom niet alleen een hulpmiddel bij het dateren van stukken, maar werpt ook licht op verschillende aspecten van Oost-Aziatisch porselein in de achttiende eeuw; bijvoorbeeld de handel, de smaak, het verzamelen en de manier van tentoonstellen van deze luxegoederen.

Van de oorspronkelijk ongeveer 29.000 stukken Chinese en Japanse keramiek zijn er meer dan 8.000 in de Porzellansammlung bewaard gebleven, waardoor, in combinatie met de overgebleven archieven, deze unieke collectie één van de grootste en belangrijkste Oost-Aziatische zeventiende- en achttiende- -eeuwse referentiecollecties ter wereld is. In 2014 is er een project opgezet om deze geweldige bron voor het eerst uitgebreid te fotograferen, te beoordelen en te onderzoeken. De collectie is in het geheel gecatalogiseerd door een groep van meer dan vijfendertig gerenommeerde internationale senior- en juniorspecialisten op het gebied van Chinese en Japanse keramiek, onder academische leiding van prof. dr. Christiaan Jörg.

Het innovatieve, vrij toegankelijke digitale platform ‘The Royal Dresden Porcelain Collection’ is ontwikkeld om de gehele referentiecollectie, het uitgebreide archief en het web van informatie daartussen te ontsluiten. Meer dan veertig essays en inleidende teksten over verschillende categorieën Chinees en Japans porselein zullen inzicht geven in de historische achtergrond van het verzamelen van porselein aan het hof in Dresden. De verbindingen tussen de verschillende bronnen nodigen niet alleen uit tot een verkennende aanpak maar ook tot het voortdurend contextualiseren in diverse geconstrueerde verhaallijnen. De vernieuwende en esthetisch ambitieuze presentatie van de objecten belooft voor zowel de professional als voor het grote publiek een bron van inspiratie te zijn. De website wordt in 2023 gelanceerd. 

Klik hier om meer informatie over het project te vinden.

Literatuur

Ruth Sonja Simonis, Microstructures of global trade, Porcelain acquisitions through private trade networks for Augustus the Strong, Heidelberg: arthistoricum.net, 2020.

Randhahn, Karolin. "Die Porzellansammlung Dresden. Zu den Verkäufen des historischen Bestandes bis 1920," Ostasiatische Zeitschrift 40 (Herbst 2020), 42–57.

Stefan Herzig, Kristina Friedrichs en Heinrich Karge, Das Japanische Palais in Dresden Porzellanschloss ,Staatsmonument, Museum. Konzeption und Baugeschichte, Petersberg 2019.

Julia Weber, Copying and Competition. Meissen Porcelain and the Saxon Triumph over the Emperor of China, in: The Transformative Power of the Copy, a Transcultural and Interdisciplinary Approach, Heidelberg Studies on Transculturality, Heidelberg, 2017

Ulrich Pietsch en Cordula Bischoff, Japanisches Palais zu Dresden. Die Königliche Porzellansammlung August des Starken, München: Hirmer Verlag, 2014.

Cora Würmell, Japanese Porcelain from the Royal Collection, The Porzellansammlung Staatliche Kunstsammlungen Dresden, in: Arts of Asia, Vol. 44, Nr. 4, Juli-Augustus 2014. 

Eva Ströber, La maladie de porcelaine ,ostasiatisches Porzellan aus der Sammlung Augusts des Starken, Leipzig 2001.