Het Drents Museum heeft twee prachtige flessen uit de Overgangsperiode. Ze stammen uit de collectie van Marius Tonckens (1865-1957), burgemeester de Zuidwolde. Het is niet bekend hoe lang ze al in het bezit van de familie waren.
In de Hatcher jonk, die in 1643 vergaan moet zijn, bevonden zich zeer vergelijkbare flessen – de vorm van het lichaam, vrij breed en enigszins geschouderd, de waaiervormige velden met qilin en de strooibloemen – het komt allemaal precies overeen.[1] Alleen de uitlopende hals wijkt af. Die komt in de Hatcher jonk alleen voor bij kleinere flessen, maar een groot aantal grote flessen uit de Overgangsperiode heeft natuurlijk eveneens deze hals.
Uit de gegevens over de VOC-handel in porselein die Volker heeft gepubliceerd, blijkt dat de VOC juist in de jaren 1640-1645 grote hoeveelheden flessen invoerde.[2] Dat kunnen deels ook Kraakflessen zijn geweest, maar, ook vanwege de overeenkomsten in vorm en decor met flessen aan boord van de Hatcher jonk, lijkt me een datering 1640-1645 waarschijnlijk.
[1] C. Sheaf en R. Kilburn, The Hatcher Porcelain Cargoes; the complete record, Oxford, 1988, pp. 56-57.
[2] T. Volker, Porcelain and the Dutch East India Company, Leiden, 1954, pp. 44, 46 t/m 52.
1640-1645
Overgangsporselein
Onderglazuur blauw
China
Hoogte 34,1 cm.; diameter voet 10 cm.
The content on this site is licensed under a
Creative Commons Attribution 3.0 License
Het Drents Museum heeft twee prachtige flessen uit de Overgangsperiode. Ze stammen uit de collectie van Marius Tonckens (1865-1957), burgemeester de Zuidwolde. Het is niet bekend hoe lang ze al in het bezit van de familie waren.
In de Hatcher jonk, die in 1643 vergaan moet zijn, bevonden zich zeer vergelijkbare flessen – de vorm van het lichaam, vrij breed en enigszins geschouderd, de waaiervormige velden met qilin en de strooibloemen – het komt allemaal precies overeen.[1] Alleen de uitlopende hals wijkt af. Die komt in de Hatcher jonk alleen voor bij kleinere flessen, maar een groot aantal grote flessen uit de Overgangsperiode heeft natuurlijk eveneens deze hals.
Uit de gegevens over de VOC-handel in porselein die Volker heeft gepubliceerd, blijkt dat de VOC juist in de jaren 1640-1645 grote hoeveelheden flessen invoerde.[2] Dat kunnen deels ook Kraakflessen zijn geweest, maar, ook vanwege de overeenkomsten in vorm en decor met flessen aan boord van de Hatcher jonk, lijkt me een datering 1640-1645 waarschijnlijk.
[1] C. Sheaf en R. Kilburn, The Hatcher Porcelain Cargoes; the complete record, Oxford, 1988, pp. 56-57.
[2] T. Volker, Porcelain and the Dutch East India Company, Leiden, 1954, pp. 44, 46 t/m 52.